woensdag 29 april 2015

Wildplukken is een betrekkelijk nieuw fenomeen, dat voor veel mensen in de samenleving een sterke aantrekkingskracht heeft. De KNNV juicht het toe dat mensen de natuur in trekken en ervan genieten. In een vol land als Nederland vraagt het uit het wild halen van eetbare planten, paddenstoelen of andere soorten wel kennis van en respectvolle omgang met de natuur. Om die te bevorderen geeft de KNNV het volgende advies:
1.    Houd je aan de regels ter plekke
Oriënteer je bij de terreineigenaar en/of -beheerder (gemeente, natuurorganisatie e.d.)
Pluk alleen in gebieden waar je mag komen en respecteer de geldende regels.

2.    Zorg voor kennis van zaken
Genieten van wat je plukt is heerlijk, maar weet wat je plukt. Om twee redenen.
Bescherm jezelf. Er zijn diverse giftige soorten planten en paddenstoelen waarvan je misselijk of ernstig ziek kunt worden; een klein aantal is zelfs dodelijk. Kijk ook uit bij plekken waar net bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt, bijvoorbeeld langs wegen en akkers.
Bescherm de natuur. Zorg ervoor dat je niet de wettelijk beschermde of lokaal bedreigde soort plukt die toevallig veel lijkt op een algemene soort. Er zijn genoeg boeken, sites of apps waaruit je kennis kunt opdoen, of verenigingen, zoals de KNNV, die je de verschillen tussen bedreigde en algemene soorten kunnen leren. Pluk alleen de soorten die je kent en die volop voorkomen in het gebied.

3.    Verstoor de omgeving niet
Breek geen takken af om die laatste walnoot te bemachtigen. Loop niet door bijzondere begroeiing en vertrap geen zeldzame planten om die lekkere bramen daar aan de overkant te kunnen plukken. Verstoor ook de dieren ter plekke niet, zoals reeën, dassen of vogels. Graaf geen planten uit, vertrap de bodem niet. Laat geen enkel spoor van je bezoek achter. Kortom: gedraag je als gast.
 
4.    Let op dat de soort aanwezig blijft
Wanneer je lokaal alle vruchten, zaden of planten plukt, dan kan lokaal een soort verdwijnen. Dat is niet de bedoeling. Zorg ervoor dat jij niet degene bent die voor het lokale verdwijnen van planten verantwoordelijk is. Pluk een klein deel (minder dan een tiende van wat aanwezig is) en zeker niet meer dan je voor eigen gebruik nodig hebt. Dat is ook in je eigen voordeel: als je wat overlaat voor volgend jaar heb je er zelf ook weer plezier van. Met andere woorden: respecteer de natuur ter plekke.

5.    Je ben niet alleen
Denk aan een ander, zowel dier als mens. Laat daarom altijd wat vruchten hangen, eikels liggen, paddenstoelen staan voor dieren die ze eten. Ook collega-plukkers doe je zo een plezier. Bovendien zijn er mensen die op een andere manier willen genieten van de natuur; zij willen zien, ruiken, voelen. Zelfs als je je verantwoordelijk gedraagt, kan het zijn dat sommigen je aanspreken op wat je doet. Gedraag je dan respectvol; leg bijvoorbeeld uit wat je doet en toon de gedragscode. Dan is duidelijk wat kan en mag in de natuur. Zorg zo dat iedereen kan blijven genieten van de natuur.

Deel deze pagina