Over vogels en vuurwerk
Aukje Gjaltema
Gepubliceerd in: VELDBERICHT 131, Winter 2018
1. Een normale jaarwisseling
Oudejaarsdag 2016. Ik ben een beetje laat. Als ik ’s ochtends rond 9 uur de woonkamer in kom, zitten op het balkon de vogels al op me te wachten. Een spreeuw, twee kauwtjes en een tortel. In afwachting van vers voer schrapen ze de laatste restjes van de vorige dag van de voederplank. Tegen half 10, als ik met vers voer het balkon op stap, gaat met een luide knal de eerste vuurpijl de lucht in. De hele dag zie ik geen vogel meer op het balkon en het voer blijft onaangeroerd liggen.
Tussen de middag, als ik een stukje ga wandelen in de polder, zie ik dat de kauwtjes uit de wijk hier hun toevlucht hebben gezocht. De hele groep, zo tegen de tweehonderd, is neergestreken in een rijtje populieren achter het Sint Maartensrechtpad. Die krijgen niet veel te eten vandaag. Terwijl ik verder loop vliegen er drie eksters langs me heen, ook op de vlucht, en even later een groepje spreeuwen, de stad uit, wèg van het geknal. Alleen de meerkoeten zitten nog op hun gebruikelijke plek in het parkje langs de singel. Wel zijn het er nu 6 in plaats van de normale 2. Blijkbaar zitten hier ook vluchtelingen bij.
Tegen het eind van de middag maak ik nogmaals een ommetje. Op het fietspad in de polder wordt nu ook geknald. Een groepje jongelui steekt vuurwerk af en gooit rotjes het riet in. Ik neem een afslag eerder en hoor het bange gepiep van vogeltjes die in het riet verstopt zitten. De kauwtjes zijn weg, er is geen vogel meer te zien. Ik loop zo snel mogelijk naar huis. Mijn oren tuiten van de knallen. Of de meerkoeten nog in de singel zitten weet ik niet, ik heb er niet op gelet. Thuisgekomen sluit ik de boel hermetisch af. Mij zien ze niet meer dit jaar.
’s Nachts, om een uur of vijf is het zowaar rustig buiten. In de gracht hoor ik de meerkoeten. Zouden die hier de hele nacht gebleven zijn? Arme beesten.
2 minuten voor 8, nieuwjaarsochtend. Iemand is blijkbaar wakker en steekt een serie gierende vuurpijlen af, eindigend in luide knallen. Gelukkig nieuwjaar? Ik had uit willen slapen. Met knallende koppijn en een navenant humeur sta ik op. Om 9 uur verschijnen de eerste vogels op mijn balkon, 4 kauwtjes, een houtduif en een spreeuw. Het voer ligt al klaar. Vandaag krijgen ze extra veel.
Als ik tegen elven een ommetje maak zie ik meerkoeten en wel 20 eenden in de singel. Wat verderop koolmeesjes, pimpelmeesjes, een vrouwtjeslijster, spreeuwen, kauwtjes, kokmeeuwen, een waterhoen, een reiger die op wat lekkers staat te wachten, en zelfs een mannetjesfazant. Gelukkig, nieuwjaar. Ze zijn er weer.
2. Wintertellingen SOVON
Vanaf ca. 2003 wordt door o.a. de KNNV en SOVON een wintervogeltelling georganiseerd. Hierbij wordt aan mensen gevraagd om vanaf een vaste plek het aantal vogels in eigen tuin (of balkon) te tellen. Per soort schrijf je het maximum aantal vogels op dat je tegelijk waarneemt. Je mag zelf kiezen of je één of meerdere dagen telt per telperiode. Resultaten van de tellingen worden via een website ingevoerd en verzameld. In de loop der jaren is er wat gevarieerd in de telperiode en de duur van de tellingen. De telperiode liep in de beginjaren van half december tot begin januari. Vanaf ca. 2010 is deze verschoven naar één weekend half januari. Soms moest je per keer 5 min. tellen, soms een half of een heel uur, maar dat laatste is best wel lang.
Mijn vaste telpost was mijn keukenraam, vanwaaruit ik een mooi overzicht heb over een groenstrook met struiken, bomen, een grasveld en een sloot, waar ik binnen bepaalde lijnen het aantal vogels telde. (Strikt genomen geen tuin maar een stuk park, maar wel een stukje groen waar veel vogels komen.)
Ik heb vanaf 2004 nagenoeg elk jaar meegedaan. De streeplijsten van de tellingen heb ik bewaard, en als ik ze bekijk vallen er verschillende dingen op:
• de totale aantallen waargenomen vogels variëren nogal. Als er in de telperiode toevallig iemand de eendjes komt voeren, zitten er zo 20 of meer wilde eenden en net zoveel kok- en zilvermeeuwen brood naar binnen te schrokken. Kauwtjes en spreeuwen trekken graag gezamenlijk op. Ook daarvan heb ik er soms 20 tegelijk, een andere keer helemaal geen en alles daar tussenin.
• Meesjes komen langs in gemengde groepjes terwijl ze van boom naar boom gaan op zoek naar insecten en ander eetbaars. Dus vaak heb ik èn kool- èn pimpelmezen, en vaak ook nog staartmezen, of helemaal niets.
• Grote vogels zijn bij mij oververtegenwoordigd, doordat deze op mijn telplek meer dan gemiddeld voorkomen. Bovendien zie ik kleintjes makkelijker over het hoofd, zeker als ze tussen en onder de struiken blijven zitten. Roodborstjes bijvoorbeeld zijn van boven gezien net zo bruin als afgevallen bladeren en vallen nauwelijks op.
• 's Ochtends tel ik meer vogels dan 's middags. Ik neem aan dat dit met hun voedselszoekroutines te maken heeft. En na een koude nacht zullen ze extra hongerig zijn.
Er is nog iets wat opvalt: Er zit steevast een dip in het aantal waargenomen vogels op oudjaarsdag, zowel wat het aantal soorten als het aantal individuen betreft. Op nieuwjaarsdag herstelt zich dat weer. De vogels vluchten weg voor het geknal op oudjaarsdag. Alleen als je op oudjaarsdag vroeg genoeg bent kun je nog wat vogels zien. Het zal niet voor niets zijn dat de telperiode op een gegeven moment naar half januari verschoven is.
3. Alles de lucht in
De vogels vluchten in eerste instantie weg van de bebouwing de polder in, zoals ik oudejaarsdag 2016 zelf heb kunnen zien. Als om middernacht het vuurwerk echt massaal word afgestoken voelen ze zich ook daar niet veilig meer. Uit radarbeelden die op internet te vinden zijn (http://horizon.science.uva.nl/fireworks bv. 2014/2015) blijkt dat ze dan massaal op de vleugel gaan en minstens een uur lang hoog in de lucht blijven tot de rust is weergekeerd, waarbij ze in paniek kris-kras heen en weer vliegen. In de buurt van Den Helder wijken ze massaal uit naar open zee.
Dit middernachtelijk vliegen moet hen veel energie kosten. Op oudejaarsdag hebben ze al nauwelijks gelegenheid gehad om te eten, terwijl ze in de winter meer energie nodig hebben en de dagen toch al zo kort zijn. Van kleine vogel wordt gezegd dat ze in de winter elke dag een derde van hun lichaamsgewicht aan voedsel moeten eten om te overleven. In een koude nacht verliezen ze soms wel 10 procent van hun gewicht. Het zou me niet verbazen als er met oud en nieuw vogels van stress en uitputting dood uit de lucht vallen, en dat allemaal voor ons vermaak.
Maar zolang er nog massaal vuurwerk afgestoken wordt op oudejaarsdag, kan dit natuurlijk ook gebruikt worden voor een alternatieve wintervogeltelling: Posteer op oudjaarsdag op strategische punten rondom de stadswijken vogeltellers die alles tellen wat er die dag aan vogels de stad ontvlucht. Het hoeft niet eens de hele dag, van een uur of 9 tot een uur of één is waarschijnlijk lang genoeg. Zo heb je met niet al teveel moeite een echte (ont)wijkvogeltelling.