Deelnemers: Gerard Visser, Eveline
Stegeman-Broos

 

Het Luttenbergerven ligt ten zuiden van
Lemelerveld aan de grensweg en is eigendom van Staatsbosbeheer. Het gebied
bestaat uit blauwgrasland en een laagveenplas.
luchtfoto Luttenbergerven 

 

De salamanderfuiken zijn donderdagavond 9
juni  en vrijdagmiddag 10 juni op  de volgende locaties uitgezet: (zie ook
overzicht op de luchtfoto).


9 juni: 
diepere poel  (max. 50cm) aan de
noordkant van het ven en in het wat recentere meer open deel van het ven
(zij-ven).

10 juni: in het ondiepe deel aan de noordkant
van het ven (maximale diepte is 10 cm) en helemaal aan de zuidkant van het ven
(ook hier is de maximale diepte niet meer dan 15 cm)

 

De locaties zijn gelijk aan die van 2008. Er
zijn toen heel wat kamsalamanders gevangen en ik was benieuwd of ik dit jaar
deze bijzondere waterdieren weer zou tegen komen. Wat meteen opviel was de lage waterstand van
de plas en de enorme toename van de rietvegetatie. Delen van de noordkant van
het ven waren zo goed als droog gevallen. Ook aan de zuidkant van het ven was
de waterdiepte minimaal. Zeker niet meer dan 15 cm. Kon ik in 2008 nog vrij
gemakkelijk door het gehele ven lopen, nu was dat door de enorme uitbreiding
van riet onmogelijk. Omdat ik even geen beschikking had over kippenlever heb ik
filet american gebruikt als lokaas voor in de fuiken.

De resultaten vielen helaas tegen. Geen
kamsalamanders aangetroffen. Vrijdag 10
juni zaten er nog wel wat  groene kikkers in de fuiken.  Aan de hand van de metatarsaalknobbel van de
achterpoten (zie foto’s) bleek het om de bastaardkikker en de poelkikker te
gaan.  Toch zaten er veel minder kikkers
dan in 2008. Mogelijk is door het warme voorjaar de piektijd van deze kikkers
vroeger komen te liggen.  Naast groene
kikkers zaten er ook larven in van de kleine watersalamander (Foto) en de
heikikker. Zaterdag 11 juni zaten er vooral kevers in de fuiken. Blijkbaar
weten kikkers toch uit de fuiken te ontsnappen aangezien vrijdagmiddag nog wel
een kleine groene kikker in de fuik zat, terwijl deze zaterdag verdwenen was.

Bastaardkikker

Kwam ik in 2008 nog de vroege glazenmaker, de
glassnijder en de gevlekte witsnuitlibel tegen, dit jaar was de oogst veel
minder spectaculair. Mogelijk kwam dit ook door het mindere weer. Het was niet
echt zonnig libellenweer.  De volgende
libellen heb ik waargenomen:

  • Viervlek 2
  • Gewone pantserjuffer 1
  • Gewone oeverlibel 6
  • Lantaarntje 5
  • Watersnuffel 5
  • Azuurwaterjuffer 1
  • Grote keizerlibel 1
  • Blauwe breedscheenjuffer 1

 

Zaterdagochtend heb ik samen met G.Visser
vooral naar de macrofauna (ongewervelde waterdieren) gekeken.  Naast zeer veel bootsmannetjes en
duikerwantsen zaten er ook veel waterkevers in de fuiken. Aanvullend heb ik nog
met het macrofaunanet bemonsterd.

Onderstaande kevers hebben we op naam kunnen
brengen:

  • Colymbetes fuscus (Bruine watertor)
  • Rhantus suturalis
  • Agabus bipustulatus
  • Cybister lateralimarginalis (tuimelaar)
  • Helochares sp
  • Spercheus emarginatus (foto Gerard Visser, hieronder)
  • Gyrinus substriatus (schrijvertje)
  • Graphoderus cinereus (gestreepte
    waterroofkever)
  • Agabus sturmii
  • Agabus congener
  • Hydrobius fuscipes (geelpoot watertor)
  • Gerris lacustris (schaatsenrijder)
  • Spercheus emarginatus

Bovenstaande kevers zijn vrij algemeen. Alleen
Agabus congener is wat zeldzamer. Deze kever zou vooral in zure temporaire
wateren worden aangetroffen.  De kever
Spercheus emarginatus (foto) schijnt heel algemeen te zijn, maar als volwassen
kever heb ik hem nog niet vaak aangetroffen. Deze kever komt voor in
voedselrijke stilstaande en zwak stromende wateren. Hij voelt zich thuis in
rottend organisch materiaal en is bestand tegen zware organische verontreiniging.

Wat vegetatie betreft groeide er aan de
noordkant van het ven pilvaren, wateraardbei en moerashertshooi.  In het blauwgrasland troffen we bloeiende
orchideen aan, namelijk de welriekende nachtorchis en de gevlekte orchis. We
kwamen ook twee bloeiende spaanse ruiters tegen.

 

Mijn indruk van het gebied is dat het
blauwgrasland het goed blijft doen, maar dat het ven in kwaliteit achteruit
gaat.  Door de enorme toename van riet
groeit het ven langzaam dicht en er zijn indicaties van eutrofieering (algenbloei).
Het aantal bijzondere soorten zoals de kamsalamander, poelkikker, gevlekte
witsnuitlibel, etc. lijkt af te nemen ten gunste van tolerante algemene
soorten.

 

Larve Kleine watersalamander

 

 

 

 

Deel deze pagina