Het is in de nacht van 22 op 23 Mei 2020, als Paul Huisjes op weg naar huis over de Bekkenhaarsweg rijdt in Hoge Hexel. Plots ziet hij ter hoogte van Erve Braakman een vogel op de weg zitten. Hij stopt en kijkt, He! Het is een uiltje en hij leeft ook nog. Wat doe ik nu? Hij bedenkt in enkele ogenblikken; Ik neem de Steenuil mee naar huis, en de volgende ochtend ga ik er mee naar Alfred Berkhof want die ken ik, en is vogelliefhebber. Dus zogezegd en gedaan. De volgende ochtend werd Alfred gebeld, en het verhaal verteld. Breng hem maar bij mijn huis hier dan kijken we wel zegt hij. Even later is hij er al en wordt er gekeken. He! Hij heeft ook nog een ring om de poot met het nummer 3.775.712 . Navraag bij Griel op de computer gaf al snel duidelijk. De adulte Steenuil is afkomstig van de locatie bij de Fa Bolier aan de Sliepersdijk te Hoge Hexel in kast 303.
Achtereenvolgens wordt de Steenuil eerst naar Herman Kunst gebracht (een vogelliefhebber in hart en nieren) en die vogels ook wel op kan lappen. Zo te zien geen verwondingen of wat gebroken, alleen een betraand linkeroog. Heeft waarschijnlijk een tik van een voertuig gehad en een lichte hersenschudding opgelopen. Ik zal hem hier apart in een volière doen en knap hem wel op zij Herman. Nadien wordt Henk van der Aa ingelicht van het voorval, en om verder te handelen. Gerard Spit heeft het Deelgebied onder zijn beheer.
Maandagavond 25 Mei wordt deze ook ingelicht en met de mededeling dat hij zo snel mogelijk de volgende dag wil kijken hoe de toestand in de Steenuil kast ter plekke is. Eieren? jongen? levend? dood? Allemaal vragen.
Dinsdagochtend 26 Mei sta ik om 8.00 uur al bij de fa Bolier op de stoep, met toch wel een beetje spanning in mijn lijf. Wat tref ik aan? Toch eerst even de familie inlichten van het voorval. Maar ze waren al iets op de hoogte van het voorval door Henk van der Aa en leefden geweldig mee. Ik ga na het praatje naar de kast, pak de ladder en klim naar boven en doe het deksel open en wat zie ik? Ik zie 4 levende Steenuiltjes van amper 5 dagen oud, en zo te zien nog in goede conditie. Een kleine glimlach kon er bij mij wel af op dat moment, maar wat nu? Het mannetje kan ze nu nog wel alleen voeren maar straks als ze groter worden? Ik bel met Albert Stevens van hoe en wat te doen. Ja! en het is ook nog eens Corona er wordt niets ondernomen (alleen individueel ). Samen besluiten wij het volgende: Minstens 1 of 2 keer per dag kijken hoe de conditie van de jongen is. Verslechtert de toestand van de uiltjes dan Albert inlichten, en dan neemt hij de uiltjes mee naar zijn kasten en verdeelt ze in de kasten waar ook jonge uiltjes inzitten van dezelfde grote. Een goed voorstel vind ik want voor ons is dit ook nieuw.
Dit verhaal wordt uiteraard weer gedeeld met de andere betrokkenen nadat dit ontdekt is. Iedereen leefde meteen intens mee, en ik maakte meteen een schema van; wie wanneer de komende dagen ging controleren in de kast, en hoe het gaat. Dezelfde dag word ik ook gebeld door Alfred met een heel stuk van het bovenstaande verhaal. Maar ook met de mededeling dat Herman Kunst de Steenuil vanochtend heeft losgelaten in goede conditie. (Achteraf beter de Steenuil naar de kast terug kunnen brengen?). Het wordt spannend de komende dagen.
De dagen er na 27 – 28 – 29 Mei wordt er steeds gecontroleerd 2 keer per dag door mij, en soms door Alfred Berkhof, of Johan Niphuis. En elke dag nog steeds levendige Steenuiltjes in de kast, en je zit dat ze groeien, een goed teken. Op een van die ochtenden ontdek ik ook de adulte man in de kast (geringd) Zal hij de uiltjes nog steeds alleen voeren? Dat houdt hij niet vol naarmate de jongen groter worden, we wachten maar af. Ook de fa Bolier wordt elke dag op de hoogte gehouden en leeft erg mee. Op 29 Mei s middags ga ik weer kijken. Bij aankomst steeds hetzelfde ritueel: even gedag zeggen bij de Fam.: Bolier, naar achteren rijden, ladder tegen de boom, en in de kast kijken. Maar wat schetst deze middag mijn verbazing? De Adulte vrouw met ringnummer 3.775.712 zit bij de 4 jongen in de kast wat een verrassing. Blijdschap alom bij mij. Dezelfde middag deel ik het verhaal uiteraard snel met alle betrokkenen. Ook wordt er in samenspraak met de anderen besloten nu de Adulte Steenuil vrouw is terug gekeerd de eerste dagen niet te controleren, dit voor de nodige rust voor de Steenuilen. Wel had de adulte Steenuil nog steeds een betraand oog en zag ik ook geen pupil meer.
De Pinksterdagen zijn voorbij. Het is dinsdag 2 Juni en ik besluit om vandaag weer te gaan kijken. Hoe zal het gaan met onze bevederde vrienden? Het is warm vandaag de thermometer stijgt naar 27 graden, en bij aankomst transpireer ik al aardig, de uilen zullen het ook wel warm hebben in de kast vermoed ik. Als ik het deksel oplicht zie ik Ja! Ja! 4 levendige Steenuiltjes wat mooi. 1 uiltje kijk mij recht in het gezicht en denk jouw ken ik. De andere 3 uiltjes zitten hutje mutje in het voorportaal (meer frisse lucht door de warmte) De Adulte vrouw Steenuil is niet aanwezig (door de warmte denk ik ). Tuurlijk moet ik de jonkies even in de hand hebben en controleren of alles nog in orde is, en ze zagen er Top uit. Diezelfde avond iedereen hiervan in kennis gesteld, en met Albert Stevens een afspraak gemaakt wanneer we de jonge Steenuilen gaan ringen. De dag en tijd werd gepland op 8 Juni om 19.00 uur. Het is 8 Juni 2020. Het weer is prachtig, een heerlijke zomerse avond en op het afgesproken tijdstip is iedereen aanwezig. Albert Stevens (de ringer) Johan Niphuis, ik, en uiteraard de eigenaar van het perceel Wout Bolier.
De ladder werd tegen de boom gezet, en met toch wel een beetje gezonde spanning was aan mij de eer de kast te openen. Bij het oplichten van het deksel verdween de spanning al snel want 4 grote jonge Steenuiltjes keken mij aan. Nu was het eindelijk zover, daar doe je het allemaal voor. Ze konden gewogen, geringd, en geregistreerd worden. En uiteraard de foto’s.
Steenuil 1: 154 gram - 102 mm vleugellengte - ringnummer 3.782.203 - ong. 23 dagen oud
Steenuil 2: 143 gram - 84 mm vleugellengte - ringnummer 3.782.204 – ong. 20 dagen oud
Steenuil 3: 160 gram - 92 mm vleugellengte - ringnummer 3.782.205 – ong. 21 dagen oud
Steenuil 4: 151 gram - 98 mm vleugellengte - ringnummer 3.782.206 - ong. 22 dagen oud
Na deze meet en weeg sessie, en in een goede gezonde conditie volgens Albert zijn de jongen terug in de kast geplaatst. Hierna werd er nog even gezellig en aangenaam nagepraat over de succesvol verlopen periode met een wel zeer Happy End.
Bij de nacontrole bleken de jonge Steenuilen succesvol te waren uitgevlogen, en ging een zeer tevreden en voldaan Katoelenkieker vanaf de Sliepersdijk in Hoge Hexel huiswaarts.
Gerard Spit namens de Katoelenkiekers.
Met mede dank aan: Paul Huisjes, Alfred Berkhof, Herman Kunst, Johan Niphuis ,
Henk van der Aa, Albert Stevens,
En niet te vergeten de Fam.: Bolier de grondeigenaar