Aukje Gjaltema
Een balkon is een bijzonder ecosysteem. Stenig, tochtig, ’s zomers vaak heet en droog, ’s winters nat en koud. Planten die er groeien moeten het doen met wat grond in een pot of bak, hoe graag ze ook dieper zouden willen wortelen op zoek naar vocht, voeding en houvast. Ze moeten dus tegen een stootje kunnen.
Het balkon
Met een balkon op het zuidoosten is het klimaat enigszins mediterraan, tot wel 40oC. Mijn assortiment bestaat uit vetplanten, diverse keukenkruiden, tomaten, aardbeien, een Japanse wijnbes, sierplanten als geranium, Spaanse margriet en lantana, nog wat klein grut en wat wilde planten. Die zijn komen aanwaaien, zoals kleine teunisbloem, wilgenroosje, basterdwederik en een prachtige paarse luzerne. Mos is er ook natuurlijk, vooral in de winter, heel veel mos. Ik laat niet alles staan, ik heb geen behoefte aan een balkon vol hanenpoot, pitrus en elzen. Het moet wel enige sierwaarde hebben.
En ..als het even kan bloemetjes waar bijtjes op af komen. Met enige regelmaat sneuvelen er planten omdat ze dan wel de zomer, dan wel de winter niet overleven. Ook een soort van natuurlijke successie, zullen we maar zeggen.
Insectenhotel
Omdat ik vrij veel bloeiende planten heb, komen er ook veel insecten op af. Bijtjes, hommels, vliegen en zweefvliegen, hoe meer ik kijk, hoe meer ik er zie. De laatste ontdekking is een prachtig glanzende slanke vlieg o.i.d., met een metallic groen bovenlijf en van achter metallic fuchsia.
Zweefvlieg op rucola
Een aantal jaren geleden bood de KNNV Delfland insectenhotels aan. Daar heb ik er ook één van opgehangen. Het eerste jaar is er niks in gekomen.
Maar het tweede jaar verschenen er dunne papierachtige schotjes in sommige gaten. In deze schotjes kwamen later gaatjes dus waarschijnlijk is er daarbinnen iets uitgebroed. Wat later heb ik ook een bundeltje rietstengels opgehangen, en daar zag ik vorig jaar een slank wespje in verdwijnen, inclusief een prooi die het onder zijn buik droeg. Helaas was het beestje me te snel af en is het met niet gelukt om het op de foto te zetten.
Ook op, onder en tussen deze planten leeft van alles. Mieren, slakken, spinnetjes, regenwormen en keldermotten. Je vraagt je wel eens af hoe sommige dieren daar terecht komen. De meeste mogen blijven, maar een overmaat aan huisjesslakken breng wel ik weg. Van de larven van snuitkevers houd ik niet, die vreten de wortels van planten weg. Ze doen dat zo grondig dat je prachtig schone grond overhoudt, maar de plant is dan dus wel dood. Ik vind ze met regelmaat als ik een plant verpot: vette, opgerolde bleke maden met een bruin kopje. Soms vind ik ook tussenstadia van larven die bezig zijn in kever te veranderen. Ik weet nu gelukkig wat ik er heel milieuvriendelijk mee kan doen. Gewoon op een schoteltje op mijn bankje zetten en de volgende ochtend zijn ze weg.
Kleine beestjes
Ook bij de beestjes is het een komen en gaan. Ik heb jarenlang tijgerslakken gehad. Na een natte koude winter waren ze verdwenen en ik heb ze nog niet teruggezien.
Ze hadden de gewoonte om helemaal onder of onderin bloempotten te overwinteren, en dat is hun waarschijnlijk noodlottig geworden: te nat. Van enkele heb ik nog een slijmerige massa teruggevonden.
Barnsteenslak
Hun plaats is ingenomen door leuke, kleine barnsteenslakjes. Boerenknoopjes, schattige kleine slakjes in platte donkerbruine huisjes, heb ik al heel lang. Die overwinteren ook in bloempotten, maar zitten vaak ergens halverwege tussen de wand en de grond, hoog en (voldoende) droog. De gewone huisjesslakken kruipen graag onder de omgebogen rand van plastic bloempotten. Daar zitten ze beschut. Of ze daar ook de hele winter blijven zitten weet ik eigenlijk niet, maar ze houden goed stand.
Een aantal jaren heb ik houten tuintegels op het balkon gehad. Deze zorgen voor een beschutte ruimte onder de tegels waar spinnen graag nestjes maken en keldermotten, duizendpoten en andere beestjes lekker beschut weg kunnen kruipen. Na verloop van tijd rotten ze wel weg, en momenteel doe ik het zonder.
Maar ik ben daarmee ook mijn keldermotten kwijt, en dat zijn toch ook goede opruimers, volgens mij.
De mieren ben ik, op een paar na, kwijt geraakt na een milde winter gevolgd door een veel te nat voorjaar. Of heb ik te grondig de kluit gesnoeid van de rozemarijn waar ze hun nest in hadden zitten? Ik hoop nog steeds dat ze weer terugkomen, want het zijn leuke beestje om naar te kijken, altijd ijverig bezig met voedsel zoeken of wat ze maar aan het doen zijn.
Vogels
Een aantal jaren heb ik een voedertafel van berkenhout gehad. Dat gaf flink wat reuring. Met regelmaat kwamen er vogels langs om even te kijken of er wat te halen viel. Musjes, meesjes, kauwtjes, tortelduifjes, merel, spreeuw en houtduif. Helaas, de voedertafel is niet meer. Het hout moet al vol met schimmeldraden gezeten hebben toen ik hem kocht, want binnen het jaar groeiden er minstens drie soorten zwammen op, waaronder elfenbankjes. Alleen de staander heb ik nu nog, vastgebonden aan de balustrade als krabpaal voor de poezen en vol met houtworm en andere insecten. Nog een soort insectenhotel dus.
Gelukkig blijven de vogels komen. Met grote regelmaat komen er meesjes op inspectie, en vaak ook mussen, en zelfs een keer en fitis of tjiftjaf. Van plan naar plant, zelfs tussen en achter de bloempotten wordt gekeken of er iets te halen valt.
Een koolmees op het ‘insectenhotel’
De krabpaal wordt niet overgeslagen, van het bundeltje riet zijn de bovenste stengels opgepikt, en het insectenhotel wordt gaatje voor gaatje geïnspecteerd.
Ik vind het leuk om er naar te kijken. Meestal blijf ik even stil voor het raam zitten of staan om ze niet aan het schrikken te brengen. Aan een boven de verwarming slapende poes zijn ze gewend, daar trekken ze zich niks van aan. Sommige vogels zijn zelfs zo gewend aan poezen-achter-glas dat ze ook gewoon op het balkon komen als in de zomer de balkondeur openstaat, of zelfs als er buiten een poes ligt te zonnen… Dan kom ik dus wel even in beweging. Gelukkig is een vogel zo gevlogen. Trouwens, mijn poezen zijn ook dol op vogeltjes. Voor hen is het een soort live-tv, net als voor mij.