Een stukje geschiedenis van het Romeins Bosje

door Huub van ‘t Hart

Een aantal knotters vroegen mij iets te vertellen over de geschiedenis van het Romeins bosje. In de Romeinse tijd was het met greppels door de Romeinen ontwaterde veenland tussen de hoge (zand)gronden van Rijswijk/Den Haag/Westland, de (klei)bult van Delft en Vlaardingen/Maasland aan de monding van de Maas een dicht bewoond agrarisch gebied, dat zowel voor de eigen bevolking als voor de Romeinse bezetter produceerde granen, groente, vlees en melk etc. produceerde. Langs wat we nu kennen als Abtswoude stonden om de 500 meter boerderijen zo ook op het Romeins bosje. Die Romeins/inheemse structuur verdween in de 4e/5e eeuw met het vertrek van de Romeinen. Ook van de lokale stammen de Marsi en Cananefaten verdween elk spoor. Vanaf de 8e eeuw de Frankische tijd werd het land weer ontgonnen o.a. vanuit het aartsbisdom Utrecht (het St. Maartensrecht). Vanaf welk jaartal er weer een boerderij stond op het Romeins bosje weten we niet, maar vermoedelijk al wel vanaf de 11e eeuw. De boerderijterp is weer verlaten in de 14e eeuw met als oorzaak de vernatting door de daling van de veengronden en de gruwelijke verliezen aan mensen door de pest. Vanaf dat moment is het een geriefhoutbosje geweest tot nu aan toe. Als bijlage heb ik mijn deel 13 meegestuurd over de geschiedenis van Tanthof in de late Middeleeuwen van 1300 tot 1500 de Henegouwse, Beierse en Bourgondische tijd.

Deel deze pagina