Wandeltip Brandemeer, 4 of 6 km

Startpunt:
Een aardige route naar het startpunt gaat via Oldemarkt en Ossenzijl. Rijd door Ossenzijl en ga direct na het laatste huis rechtsaf, burgemeester Van der Veenweg. Blijf deze weg steeds volgen. Rijd door Spanga, Scherpenzeel en Munnekeburen. Kruis na Munnekeburen de Helomavaart en ga 200 m na de brug linksaf. Je rijdt nu op de Oude Maden. Na 1,5 km maakt de weg een bocht naar rechts. Op 1 km na de bocht zie je links een schuurtje met een rood pannendak. Hier is een parkeerplaats, ons startpunt.

Routebeschrijving:
Je kunt de route in twee richtingen lopen.De lange route is in één richting aangegeven met rode bordjes op paaltjes. Je loopt dan rond met de wijzers van de klok mee. Als je hiervoor kiest, let er dan op dat je bij knooppunt 82 (paaltje wandelnetwerk) rechtsaf gaat. De rode route maakt namelijk deel uit van een veel langere route die ook door de Rottige Meente voert. Ga je linksaf, dan kom je uit in de Rottige Meente.

Ik beschrijf de route in tegengestelde richting, dus tegen de wijzers van de klok in. Ik geef aan deze richting de voorkeur, omdat het mooiste en meest vogelrijke deel van de route dan het eerst komt. Verder geef ik alleen in deze richting aan hoe je de route kunt bekorten tot 4 kilometer. Nadeel van deze richting is, dat je tegen de achterkant van de routepaaltjes aankijkt. Toch verdient het aanbeveling de routepaaltjes in de gaten te houden. Ze geven een extra houvast naast de routebeschrijving en het kaartje.

a. We starten de wandeling met een bezoekje aan de schuur. Dit gebouwtje is een voormalige botenloods die nu dienst doet als informatieschuur over Brandemeer (1). Aan de wanden hangen borden met veel informatie over het gebied. In een van de borden bevindt zich een klein ruitje, waar doorheen je in het broedseizoen de boerenzwaluwen van zeer dichtbij op het nest kunt zien zitten. Helaas is het glas nogal vuil. We lopen over het Bokploegpad (2) in de richting van de Tjonger. Na ruim 1 km gaan we bij het bordje “Sluis” even linksaf om het oude veensluisje (3) te bekijken. Deze omgeving is rijk aan vogels. Ik zag er visarend, roerdomp, torenvalk, nonnetje, pijlstaart, wintertaling, smient enz. In het voorjaar kun je er koekoek, rietzanger, kleine karekiet, snor, bosrietzanger en rietgors horen. We vervolgen onze weg over het fietspad. Naar rechts hebben we uitzicht op petgaten waar vooral in de winter allerlei soorten eenden te zien zijn.

b. Bij de Tjonger gaan we linksaf. We lopen over een grasdijk langs de rivier. Na 800 m maakt het pad bij een huisje een scherpe bocht naar links. Op 150 m  na de bocht komen we bij een driesprong. Op dit punt kunnen we kiezen. Wie de korte route wil lopen gaat rechtdoor. Lees dan verder bij c. Wie kiest voor de lange route gaat rechtsaf. Lees verder bij d.

c. Blijf over het brede pad lopen. In het petgat aan de rechterkant worden in het broedseizoen vlotjes gelegd waarop zwarte sterns kunnen broeden. Je kunt ze hier goed bekijken. Het pad maakt een slinger en gaat over een houten brug. Op 800 m na de brug kom je bij de verharde weg. Ga voor het hek linksaf en loop terug naar de parkeerplaats. Je kunt er ook  voor kiezen nog even rechtsaf te gaan en bij het witte bruggetje opnieuw rechtsaf. Je komt dan na 400 m uit bij een vogelijkhut. Links van het pad naar de hut groeit veel gagel.

d. In het petgat links worden in het broedseizoen vlotjes gelegd waarop zwarte sterns kunnen broeden. Na 100 m rechtsaf en na 75 m linksaf. We passeren nu drie plassen aan onze rechterhand. Na de derde plas rechtsaf.  We lopen voor driekwart om de vierde plas heen. Nadat we deze plas achter ons hebben gelaten, blijven we op het dijkje lopen. Bij een splitsing houden we rechts aan. We passeren een routepaaltje en blijven op de dijk lopen. Op 10 m na het routepaaltje maakt de dijk een scherpe bocht naar links. We blijven nog even op de dijk lopen zodat we ook uitzicht houden op de Helomavaart rechts. Links van ons bevindt zich een helofytenfilter (4). Na 300 m maakt de dijk een slinger. Hier gaan we linksaf en bij het routepaaltje meteen weer rechtsaf. Na 350 m maakt het pad een slinger naar links, maar we gaan meteen weer rechtsaf. We lopen 500 m langs een brede sloot met helder water en allerlei water- en moerasplanten. Na 500 m zijn er twee dammen over de sloot. Bij de tweede dam gaan we linksaf.

e. Na 200 m komen we voor een ijzeren hek. Tien meter voor dit hek gaan we rechtsaf en na enkele tientallen meters linksaf een bruggetje over. Op de verharde weg linksaf. We volgen deze weg tot we uitkomen bij een wit bruggetje dat leidt naar een vogelkijkhut. Links van het pad naar de hut groeit veel gagel. Terug van de vogelkijkhut gaan we voor het bruggetje linksaf. Over een grasdijk lopen we naar de parkeerplaats.

1. Brandemeer. Het natuurgebied Brandemeer bestaat uit twee delen. Tijdens de wandeling lopen we door het zuidelijke deel. Iets noordelijker ligt nog een deel, dat echter niet toegankelijk is. Dit noordelijke deel bestaat uit een meertje dat omringd wordt door rietvelden. Dit meertje is het Brandemeer, waar het gehele gebied naar genoemd is.

2. Het Bokploegpad heeft zijn naam te danken aan een verzetsgroep uit de tweede wereldoorlog. De Bokploeg bestond uit zes mannen die in oktober 1944 in een gecamoufleerde woonbok (boot) ondergedoken zaten. De “Bok” lag in een van de petgaten in het Brandemeer. Vanuit die woonbok hebben verscheidene wapentransporten plaats gevonden.

3. Veensluisje. In de tijd van de verveningen waren langs Linde en Tjonger veel veensluisjes te vinden. Elke veenbaas bezat zijn eigen sluisje. Ze dienden om de afvoer van turf per boot mogelijk te maken. Vele sluisjes zijn in verval geraakt en verdwenen door gebrek aan onderhoud. In de Helomapolder langs de Linde bevindt er zich nog een en hier langs de Tjonger. Het bijzondere van deze sluisjes is hun eenvoud. Ze bestaan eigenlijk uit niet meer dan een stukje vaart dat door twee deurpartijen afgesloten kan worden. De “wanden” van de kolk bestaan uit dijkjes die met gras begroeid zijn, vandaar de benaming “groene kolk”. Het sluisje in Brandemeer is in 1997 gerenoveerd door scholieren.

4. Helofytenfilter. In de oorspronkelijke situatie waren de laagveenmoerassen langs de Tjonger laag gelegen. Dat had tot gevolg dat kwelwater, afkomstig van het hoger gelegen achterland, in het moeras omhoog kwam. Dit kalkrijke en schone water maakte een bijzondere plantengroei mogelijk. Later werden de omringende gronden in cultuur gebracht. Ten behoeve van de landbouw werd de waterstand zo laag mogelijk gehouden. Dit had een omkering van de natuurlijke situatie tot gevolg. Het waterpeil in het moerasgebied kwam hoger te liggen dan in het omringende landbouwgebied, waardoor het water nu ondergronds wegvloeide uit het moeras. Uitdroging van het moeras dreigde. Om dit tegen te gaan wordt nu water vanuit de Tjonger ingelaten. Dit gebiedsvreemde water heeft niet de kwaliteit van het vroegere kwelwater, het is in tegendeel nogal vervuild. Daarom wordt dit gebiedsvreemde water eerst door een helofytenfilter geleid voordat het het achterliggende moeras mag instromen. Helofyten zijn moerasplanten. Een helofytenfilter is een aangelegd moerassysteem van o.a. riet, lisdodde en mattenbies. Een dergelijke vegetatie functioneert als een filter voor de zuivering van oppervlaktewater. Met dit filter worden vooral stikstof en fosfaat uit het water gehaald en opgeslagen in de planten. Het helofytenfilter bevindt zich in de hoek die gevormd wordt door de Tjonger en de Helomavaart.

Deel deze pagina