Verslag paddenstoelenexcursie
door Theo van de Graaf



Op 18 oktober 2014 vond er een paddenstoelenexcursie plaats met een gezellige en geïnteresseerde groep van elf deelnemers onder leiding van Jaap Veneboer. De excursie startte in Havelterberg en voerde door het waterwingebied op de Bisschopsberg. Het resultaat overtrof ons aller verwachtingen. Onderweg naar het doelgebied vertelde Jaap dat hij twee dagen eerder het gebied verkend had en daarbij wel 55 soorten had gevonden. Dat aantal overtroffen we tijdens de excursie ruimschoots. Ik deed mijn best om alles te noteren wat Jaap kon benoemen en kwam daarbij tot 82 soorten. Dat wil niet zeggen dat we ook zoveel soorten zagen. In werkelijkheid waren het er nog meer, omdat zelfs Jaap af en toe moest zeggen dat hij het niet precies wist. Paddenstoelen vormen een moeilijke materie en veel soorten zijn eigenlijk alleen met zekerheid te benoemen als je ze onder de microscoop legt. Jaap viel dus niets te verwijten, integendeel, hij kon een indrukwekkend aantal vlot benoemen. Wat zagen we zoal?
   Na enkele honderden meters voerde Jaap ons mee van het pad af het bos in. We kwamen uit bij een dikke dode boomstam, een stomp van enkele meters hoog. De stam was begroeid met paardenhoefvormige echte tonderzwammen in vele kleurtinten grijs. Daaronder zagen we platte tonderzwammen met hun typische kaneelkleur op de bovenkant. Dichtbij de rechtopstaande stam lag er een die omgezaagd was. Van enige afstand leek deze stam bovenop bedekt te zijn met een dun laagje stuifsneeuw. Dat kon niet waar zijn, het was minstens 15 graden boven nul. Toen we de “stuifsneeuw” van dichtbij bekeken werd onze indruk van sneeuw nog eens bevestigd, omdat de structuur wel leek op die van sneeuwkristallen met piepkleine vingertjes die naar alle kanten werden uitgestoken. De vergelijking met sneeuw ging nog verder. Toen we een vinger legden op het witte goedje smolt het weg als sneeuw voor de zon. Er restte nog slechts een vochtig glinsterend laagje. Natuurlijk hadden we niet te maken met sneeuw of ijs, maar met een schimmel, een paddenstoel dus eigenlijk. Het ging hier om het gewoon ijsvingertje.
   Op de grond naast het pad ontdekten we op enkele plaatsen groepen kleine paddenstoelen, groeiend op dood hout of houtsnippers. Het waren ronde paddenstoelen in de vorm van een klein kommetje als een piepklein vogelnestje met een doorsnede van ongeveer een centimeter. En waarachtig, op de bodem van het nestje lagen twee of drie “eitjes”, kleine bolletjes van sporen. Toen ik er later foto's van had gemaakt, zag ik pas op de foto's dat de binnenkant van het nestkommetje gestreept was. Het ging hier dus om het gestreept nestzwammetje. Deze zwammetjes hebben een onopvallende bruine grondkleur. Het viel dan ook nog helemaal niet mee ze de volgende dag terug te vinden voor een foto.
   Een andere bijzonderheid was de doolhofzwam, een paddenstoel die op dood hout groeit en aan de onderkant een structuur heeft die lijkt op een doolhof.
   Aardappelbovisten zijn niet zeldzaam, je komt ze in elk bos wel tegen, vaak met vele exemplaren. Dat was ook hier het geval, het ging hier om de gele aardappelbovist. Een bijzonderheid was dat nogal wat exemplaren werden geparasiteerd door een andere paddenstoel, de kostgangerboleet. Dat had ik nooit eerder gezien.
   We vonden ook veel gele ringboleten. Die vind je alleen onder larixen, omdat ze alleen met die bomen in symbiose leven. Verder vonden we gewone krulzomen, geschubde inktzwam, narcisridderzwam, prachtvlamhoed, regenboogrussula, bundelmycena, takjestaailing, draadknotszwam, koningsmantel en spekzwoerdzwam om nog maar wat fraaie benamingen op te sommen. Zonder Jaap zouden we de helft niet opgemerkt hebben en nog minder hebben kunnen benoemen.

Ik hoop dat Jaap volgend jaar weer zo'n excursie wil geven. Ik ga beslist mee.

 

Deel deze pagina