Net als in de broedseizoenen 2011 en 2012 verbleven er ook in het broedseizoen 2013 territoriale Kraanvogels in de Engbertsdijksvenen. Het betrof 1 paartje dat een territorium had op dezelfde locatie als een paar in 2011 en 2012. Helaas kon geen bewijs van broeden worden gevonden.

 Er is geen uitgebouwd nest gevonden in het territorium en ook bleef het paar tot 4 mei gezamenlijk buiten het reservaat foerageren. Dit is afwijkend ten opzichte van het broedgedrag in het Fochteloërveen, waar paren meestal met broeden starten tussen half maart en half april. Mogelijk is het paar nog steeds niet geslachtsrijp. Naast paringen werd agressief gedrag tegenover andere Kraanvogels gezien.

20 december 2012: Overwinterend groepje van 6 kraanvogels

Een maand lang was er een flinke groep 

 Op 13 februari werd voor het eerst een paar Kraanvogels in het gebied gezien, na een afwezigheid van circa 6 weken Dit paartje is tot eind juni intensief gevolgd.

Buiten het territoriale paar sliep er in de periode 12 maart – 21 april ’s nachts een groep Kraanvogels in de Engbertsdijksvenen. Deze groep doortrekkers is blijven hangen dankzij een periode met aanhoudende oostenwinden in maart 2013. Het maximum aantal bedroeg 126 vogels op 13 maart, waarna het aantal tot 21 april geleidelijk afnam. Op 6 april waren naast het paartje nog 40 vogels aanwezig. De doortrekkers foerageerden meestal in Duitsland, net over de grens.

14 maart, 's avonds laat: 60 tot 70 invallende kraanvogels

Buiten de groep en het territoriale paar is eenmalig een tweede paartje gezien, op 10 juni. Deze vogels hadden een aanmerkelijk bruinere rug dan het territoriale paartje. Daarnaast waren er tussen 17 mei en 24 juni regelmatig waarnemingen van een solitaire vogel.

De derde, solitaire rustende kraanvogel

Het territoriale paar sliep tot begin april bij de groep doortrekkers, maar vloog niet mee naar de foerageergronden in Duitsland.

Kraanvogels foeragerend bij het Duitse Itterbeck

Vanaf begin april sliep het paar in het eigen territorium. In die maand is een aantal malen gezien dat het paartje overdag het reservaat weer invloog om hier te rusten of te foerageren. Tussen 21 februari en 4 mei foerageerde het paar steeds gezamenlijk op vaste locaties net buiten de Engbertsdijksvenen.

Op 19 en 21 april zijn ’s ochtends vroeg direct na aankomst op de foerageerlocaties een aantal paringen gezien (op beide dagen circa 3 paringen vlak na elkaar). In deze periode foerageerden de laatste Kraanvogels uit de groep doortrekkers in de nabijheid van het territoriale paar. Meerdere keren is toen waargenomen dat het mannetje agressief gedrag vertoonde en andere Kraanvogels weg joeg.

Na 4 mei trok het paar zich terug in het reservaat. Op 10, 11 en 15 mei zijn foeragerende solitaire vogels op diverse plaatsen in de Engbertsdijksvenen gezien of gehoord. Deze plekken lagen zeer verspreid in het reservaat, op een afstand tot het centrum van het territorium van circa 1,5 km.

Broedverdacht gedrag 

Op 11 mei is tussen 6.15 en 7.35 uur vanuit een boomtop het territorium geobserveerd. Hier verbleven toen geen Kraanvogels, wel werd meer westelijk drie keer getrompetter gehoord. Op 17mei is tussen 6.30 en 8.30 uur vanuit dezelfde boomtop het territorium geobserveerd. Om circa 7.50 uur kwam toen een vogel invliegen, waarna een duet volgde. Dit leek op een begroetingsceremonie, waarbij kortstondig de tweede vogel te zien was, die omhoog kwam en daarna weer ging zitten. Hierdoor rees het vermoeden dat het paar op deze locatie een nest zou kunnen hebben.

Op 19 mei is gezien dat beide vogels vanuit het territorium afvlogen en enige tijd wegbleven om te foerageren. Een signaal dat er niet, of niet meer werd gebroed. Op 20 mei is in de middag opnieuw vanuit de boomtop de nestlocatie geobserveerd, echter zonder waarnemingen van Kraanvogels. Ook op 24 mei vloog het paar vroeg in de ochtend vanuit het territorium af. Op de foerageerlocatie volgde een duet en leken deze vogels op een gegeven moment een naspel na een paring te vertonen.

Om niet het risico te lopen om een mogelijk (vervolg)legsel te verstoren is de nestlocatie pas op 28 juni bezocht. De omgeving waar het paartje op 17 mei en op andere data verbleef, is toen nauwgezet afgezocht, zowel vanuit boomtoppen als wadend door de veenputten Geen volledig nest aangetroffen Er zijn twee “nesten” gevonden. Een betrof een ganzennest (met nestkom waarin witte borstveren waren verwerkt), een tweede nest bestond uit een losse verzameling dode pijpestro stengels. Deze massa plantenresten was echter gering en bij lange na niet voldoende om een volledig Kraanvogelnest te kunnen zijn geweest. Wel kan het een nest in aanbouw zijn geweest Op geen enkele andere locatie was een dergelijke concentratie van dode pijpestroresten te vinden. Een samenvoeging door natuurlijke oorzaak (wind of stroming) ligt niet voor de hand. Direct naast het nest bedroeg de waterdiepte op 28 juni circa 5 cm. De vegetatie in de directe omgeving bestond vooral uit pollen pijpestro met een zwevende laag waterveenmos. Op circa 10 meter van het nest begonnen veldjes met pitruspollen.

Verslag: Peter van de Akker

Foto- en filmbeelden: Gerrit Schepers

Deel deze pagina